Onlangs bezocht ik de expositie met het werk van Jheronimus Bosch in het Noordbrabants Museum. De expositie is door de Guardian al geroemd als één van de belangrijkste exposities van de eeuw. Of dat zo is, mogen anderen aan het einde van deze eeuw beoordelen. De moeite waard was de expositie zeker! Bij mij sprongen een paar dingen eruit:
De kleuren in het werk van Bosch zelf. Naast Bosch hangt er ook een heleboel uit de school van Bosch, soms ook schilderijen die in het verleden wel aan Bosch werden toegeschreven. Het verbaasde mij bijvoorbeeld dat er in deze expositie consequent over het beroemde drieluik de ‘Garden of earthly delights’ wordt gesproken als een schilderij dat door een navolger van Bosch is gemaakt. Als je de kleuren bekijkt, maar het kan zeker ook aan de mate van restauratie hebben gelegen, zou je inderdaad zeggen dat het minder is dan een echte Bosch. Het kan zeker subjectief zijn, ik heb totaal geen verstand van schilderijen, maar bij de echte schilderijen sprong het kleurgebruik het meest in het oog. Niet alleen de heldere kleuren, maar ook de kleurcombinaties.
Natuurlijk is het werk van Bosch zeer godsdienstig gekleurd. Wat ik mooi vond, was de nadruk op de menselijkheid van Christus. Zo was er een prachtig schilderij van het Christuskind met een loopkarretje, ongetwijfeld getimmerd door vader Jozef zelf, en een soort windmolentje, met dan op de andere kant de lijdende Christus die zichtbaar gebukt gaat onder zijn lijdensweg. Ook hingen er twee versies van ‘Ecce Homo’ (zie boven, goede webversie). In de versie van Bosch zelf is heel duidelijk dat Christus lijdt, terwijl hij in de versie van een navolger veranderd is in een soort koning met boeien om die rechtop staat en de mensen aankijkt. Theologisch is dat sowieso boeiend, want die twee versies van Christus’ lijden zien we in de theologiegeschiedenis steeds weer terug.
Een kanttekening vind ik de manier waarop het museum omgaat met de werken die wel of niet in de tentoonstelling te zien zijn. De beroemde Tuin der Lusten is er niet, want werd niet uitgeleend door het Prado in Madrid, waarmee het museum sowieso ruzie kreeg. Goed, dat zij zo, maar ik graag gezien dat dat fatsoenlijk werd uitgelegd. Nu hangen er kopieën van twee panelen van de Tuin der Lusten. Er staat eerlijk bij dat het van een ‘navolger van Bosch’ is. Maar waarom de echte Bosch er niet is, staat er niet bij. Ook in de toelichting die ik meekreeg, wellicht wel in de audiotour maar die hebben wij niet beluisterd, wordt de zaak niet uit de doeken gedaan. Ik moest er achteraf naar googelen. Niet iedere bezoeker is expert in het werk van Bosch en dus vroeg ik mij tijdens het bezoek serieus af of het onderzoeksproject had uitgewezen dat de Tuin der Lusten niet van Bosch is. Bovendien blijf ik op deze manier achter met de vraag: welke werken die in de expositie aan navolgers van Bosch worden toegeschreven, en dat waren er nogal wat, zijn nu kopieën van een werk van de meester zelf, en welke zijn aan de expositie toegevoegd omdat ze iets laten zien van de manier waarop Bosch school maakte. Die vraag is voor mij nog steeds niet beantwoord.
Geef een reactie