Molen Aagtekerke By Tlo Photography D5ej6ye

Oecumenische droom voor een klein dorpje – column Friesch Dagblad

Op 4 augustus verscheen in het Friesch Dagblad een column naar aanleiding van de volgende door de redactie voorgelegde stelling: Is de oecumene is bezig aan een inhaalslag?

Voor mij is de hoofdvraag bij deze stelling niet, of de oecumenische droom mislukt of nog springlevend is, maar wat die oecumenische droom is. Laten we het concreet houden: ik ben opgegroeid in een dorpje waar twee kerkgebouwen stonden: een (verhoudingsgewijs) grote Gereformeerde Gemeente en de kleine middeleeuwse Hervormde (inmiddels Protestantse) dorpskerk. Wat zou de oecumenische droom betekenen voor dat dorpje? Hun geloofsbeleving is stevig verschillend. Er is een vrouwelijke dominee in de dorpskerk, iets waar de leden van de Gereformeerde Gemeente totaal niet mee instemmen. De liederen zijn verschillend. De opvattingen schijnbaar heel verschillend. Iedereen kan onmogelijk terug naar de dorpskerk. Die is veel te klein. Moeilijk, zo’n oecumenische droom.

Mijn oecumenische droom voor dat dorpje ziet er ongeveer zo uit:
ik droom dat er een moment komt, waarop de dorpelingen elkaar
als broers en zussen in de Heer Jezus Christus ontmoeten als dat
wat ze zijn, broers en zussen in de ene Heer, of de ene Heere,
zoals ze in de Gereformeerde Gemeente zeggen. Dat er iets in de
onderlinge ontmoetingen gebeurt dat leidt tot een herkenning van hart tot hart. Er springt een Vonk over, eerst schuchter en dan
duidelijker en explicieter. Het leidt tot gesprek, tot ontmoeting, tot onderling leren van elkaar, zonder uiteindelijk één te worden, wat dat dan ook moge betekenen.

Ik hoop niet dat ze het eens zijn of worden. Misschien komt dat in de hemel of op de nieuwe aarde, maar voor hier op aarde hoop ik daar niet op, integendeel, ik zou het betreuren. Het zou het einde zijn van de nieuwsgierigheid, van de ergernis ook, van de mogelijkheid om van elkaar te leren. Ik hoop niet dat ze uiteindelijk in één groot kerkgebouw terechtkomen. Ik hoop dat ze verschillende liederen blijven zingen, dat ze een verschillende liturgie hanteren. Nog iets verdergaand hoop ik ook dat ze een verschillende mate van strengheid in het geloof zullen behouden. Misschien moet er wat dat betreft gaandeweg nog wel een geloofsgemeenschap bij, een evangelicale bijvoorbeeld. Ik hoop dat ze in de Gereformeerde Gemeente ’tegen’ de oecumene zullen blijven. Maar ik hoop wel dat ze, hoewel misschien met
pijn en moeite, over die kerkmuren heen, broers en zussen zullen
ontmoeten, ook al begrijpen ze totaal niet waarom die broers en
zussen op zo’n totaal verkeerde of, omgekeerd, rare, achterlijke manier geloven.

Waarom droom ik dat zo? Omdat de Heer ons mensen heel
verschillend gemaakt heeft. Die verschillen zijn heilig en goed.
Het is zonde om die verschillen te boven te willen komen. Het
zou als een tuintje zijn waarin maar één kleur bloemen groeit.
Zo’n tuintje is het resultaat van bruut menselijk geweld, niet
van de goede Schepper. Er is ook zonde in de omgang met de
verschillen. Die zonde doet zich voor, als je ophoudt je broer
of zus als zodanig te erkennen. Ook doet ze zich voor, als je je
broer of zus belemmert in het dienen van de Heer op haar of zijn
legitieme manier. En ja natuurlijk, ook over wat dan legitiem is,
denk je soms totaal verschillend. Dat is, waarom er
verschillende geloofsgemeenschappen zijn en moeten blijven.
Totdat de Heer komt.


Geplaatst

in

door

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *